
Het begin
Sinds 1 maart 2016 zijn wij, namens de bedrijven, in gesprek met gemeente Zaanstad. Doel: een omgevingsplan voor het Hembrugterrein waar alle partijen zich in kunnen vinden. Twee jaar later: het is maandag 21 januari 2019 en we bevinden ons bij de Raad van State. Het dossier Omgevingsplan Hembrugterrein ligt voor. Reden: de ideeën en belangen van de bedrijven zijn onvoldoende meegenomen.
De vraag
Wat ging er aan deze zitting vooraf en wat leren we daarvan? Hoe maken we in het vervolg van participatie een succes?
Het gebied en de situatie
Om daar antwoord op te krijgen, moeten we eerst het gebied goed duiden. Het Hembrugterrein is een voormalig defensieterrein in Zaandam dat ligt aan het Noordzeekanaal. De gemeente Zaanstad wil stap voor stap het terrein transformeren naar een gemengd woonwerkgebied. De gemeente wil 1000 woningen laten bouwen, maar dat is lastig. Rond en op het terrein bevinden zich geluids- en geurcontouren van Amsterdam (het westelijk havengebied) en van Schiphol. Om die reden mogen er op die plek niet zomaar woningen worden gebouwd. De gemeente wil koste wat kost woningen en zoekt de grenzen van de wettelijke kaders op. Het levert ons inziens een tegenvallend woon- en leefklimaat op en voor de havenbedrijven komt de bedrijfsvoering onder druk te staan. Bovendien ontbreekt een integrale afweging, waarbij alle belangen zijn meegenomen.
Pilot mislukt
ORAM en de bedrijven gaan intussen aan de slag en komen met alternatieven die zowel recht doen aan de woningbouwopgave alsaan de toekomst van de bedrijven. De gemeente start een pilot in de gedachte van de nieuwe Omgevingswet. Een pilot voor meer participatie. Het zou de bedrijven meer invloed moeten geven op de invulling van hun omgeving. De praktijk blijkt echter anders en kenmerkt zich door een gebrek aan communicatie en eenzijdig ingevulde bestuurlijke afspraken. Participatie lijkt meer een formaliteit dan een oprechte wens om draagvlak te creëren voor het plan.
De bedrijven voelen zich genoodzaakt in beroep te gaan; het plan zoals het voorligt kan negatieve effecten hebben op de huidige en toekomstige bedrijfsactiviteiten. De gemeente heeft bij de bedrijven geen draagvlak voor het plan. Het is kortom, een ongewenst resultaat voor alle partijen.
Hoe dan wel?
Hoe dan wel? Het antwoord daarop is door de moeilijke en vaak nog onontgonnen weg van participatie te gaan. Dat vraagt om durf. Maar de nieuwe Omgevingswet biedt daarvoor alle ruimte. Sterker nog. Die vraagt erom. Om als gemeente oude werkwijzen, zoals checklists en informatieavonden, los te laten. Om belanghebbende partijen te laten stijgen op de ‘participatieladder’, zodat zij kunnen meedenken, het plan kunnen maken. Om als gemeente facilitator te worden van het ontwikkelproces. Dat kost tijd. En veel inzet van alle partijen. Maar het leidt tot een structurele dialoog tussen publiek en privaat die zich op de lange termijn zal uitbetalen. Uiteraard blijft een dergelijk proces ook altijd een politieke keuze en zal niet elke partij zich 100 procent kunnen vinden in de uitkomst van een plan. Maar als de uitkomst een gevolg is van een open dialoog en een integrale afweging, is ook hiervoor het draagvlak groter.
Dan vinden bedrijven en overheden elkaar straks aan de tafel waar de plannen worden gemaakt, in plaats van bij de Raad van State.
Na de vernietiging van het Omgevingsplan door de Raad van State gaan wij opnieuw in dialoog met de gemeente Zaanstad om zo een Omgevingsplan te realiseren waarin de belangen van de bedrijven een juiste plek krijgen en wonen en werken samen kunnen gaan.
Over participatie in de Nieuwe Omgevingswet
De Omgevingswet maakt participatie een belangrijk element in de planvorming. Het wat wordt in de wet geregeld, maar het hoe niet. De Omgevingswet verplicht gemeenten om participatie serieus te nemen. Lees hier Participeren is meer dan alleen informeren.
Over De Werkende Stad
In de huidige praktijk zien we nog te vaak dat participatie bij omgevingsplannen pas laat en op ad-hoc basis tot stand komt. Binnen de nieuwe wettelijke kaders voor ruimtelijke ordening is een juiste vorm van participatie een ‘sine qua non’. Om deze participatie vanuit het bedrijfsleven naar een structureel hoger niveau te brengen, heeft ORAM een nieuw platform opgericht ‘De Werkende Stad’. Met dit onafhankelijke platform geven we de dialoog tussen stad en bedrijfsleven opnieuw vorm. Lees hier meer.