Die niet-bij-de-pakken-neerzitten-mentaliteit zagen we ook de afgelopen weken bij onze collega-verenigingen. Met een 10-puntenplan voor de bezoekerseconomie komen ze met concrete voorstellen voor een duurzame toekomst voor deze sector. En ook het voorstel van Koninklijke Horeca Amsterdam en MKB Amsterdam om ‘Food capital’ van de wereld te worden, een plek waar je lekker, gezond en duurzaam kunt eten, past wat ons betreft in het rijtje van schouders eronder en zoeken naar nieuwe mogelijkheden voor onze economie.
Ondertussen kloppen we als regio ook aan in Den Haag. Het WopkeWiebes Fonds – een groeifonds bedoeld voor éénmalige investeringen die de groeicapaciteit van de Nederlandse economie structureel vergroten – is interessant voor een hoofdstad met grote en dure uitdagingen. Zo steunen we een voorstel voor het doortrekken van de Noord-Zuidlijn en OV die moet zorgen voor meer ‘interregionale bereikbaarheid’.
Een mooi plan! Maar indachtig de hierboven geschetste energie en mentaliteit van het bedrijfsleven: laten we méér doen dan dat. Laten we bijvoorbeeld ook de energietransitie mogelijkheden in deze regio naar voren schuiven. In het Noordzeekanaalgebied hebben we er alle ingrediënten voor om een nationale hub voor nieuwe energie te worden: energiebedrijven, hoogwaardige kennis van op- en overslag van brandstoffen, een haven en een goede (energie)infrastructuur. Een eenmalige overheidsinvestering zou hierbij het verschil kunnen maken om de Amsterdamse ambitie van energietransitie werkelijkheid te laten worden.
Nationale energiehub, Food capital van de wereld, goed bereikbare Metropool en een duurzame Bezoekerseconomie. We kunnen het straks misschien wel allemaal op de regio Amsterdam plakken.
Nationale energiehub, Food capital van de wereld, goed bereikbare Metropool en een duurzame Bezoekerseconomie. We kunnen het straks misschien wel allemaal op de regio Amsterdam plakken. Er zijn mensen die twijfelen of deze zwaar getroffen regio wel uit het dal kan kruipen om met een meer diverse economie robuust de toekomst aan te kunnen. Wij willen laten zien dat ze ongelijk hebben.
Kees Noorman en Paul Wevers