
I amsterdam; het symbool dat in 2004 bewoners, bezoekers en bedrijven aan de stad moest verbinden, werd 10 oktober jl. door een meerderheid van de Gemeenteraad ten grave gedragen. Wat stadsbesturen voor hen in binnen- en buitenland aanprezen als toonbeeld van participatie, is drie termijnen later het symbool van individualisme. ‘Een achtergrondje bij een marketingverhaal’, aldus Groen Links-fractievoorzitter Roosma deze week in Het Parool.
Het is opmerkelijk dat een stadsbestuur dat participatie hoog op de agenda zet, de strijd aanbindt met het individualisme zonder ‘Amsterdam’ hierover te raadplegen. En het symbool te verbieden dat bewoners, bedrijven en bezoekers juist verbindt. Alsof deze ‘beeldenstorm’ de niet aflatende stroom toeristen zal stelpen. Wie dat beweert snapt niet wat er in de wereld aan de hand is, staat met zijn rug naar zijn omgeving en maakt een kwetsbare indruk.
Actieve deelname. Samen tot een oplossing komen. Dat is waar participatie in werkelijkheid om draait. Des te opmerkelijker dat zij zelf niet participeert. Steeds vaker neemt het Amsterdamse stadsbestuur eenzijdige besluiten zonder daarin haar partners te betrekken.
Zo besloot deze coalitie de PTA toch niet uit te plaatsen naar omringende gemeenten zonder de gemeenten die het betrof in de besluitvorming te betrekken. Ook worden er door Amsterdam voor de regio impactvolle besluiten genomen, die de metropoolgemeenten regelmatig voor het blok plaatst, omdat ze bijvoorbeeld te laat in de besluitvorming worden betrokken.
In plaats van nu eens echt de samenwerking aan te gaan, staat Amsterdam sinds de Gouden Eeuw kennelijk nog altijd ruggelings naar de regio en de rest van Nederland.
I amsterdam – de bron van het kwaad waardoor toeristen de stad onder de voet lopen – is het eerste slachtoffer van die Amsterdam First-strategie. Om aan te tonen dat de maatregel populistisch is en ondoordacht: Amsterdam ontbrak deze week op een Toerisme Top, terwijl deze juist was bedoeld om de stad een handreiking te doen en samen een oplossing te zoeken voor het spreiden van massatoerisme.
Woningbouw, bereikbaarheid, digitalisering, talentontwikkeling en een circulaire economie. Amsterdam kan binnen zijn gemeentegrenzen op geen enkel terrein alleen de toekomst aan. De oplossingen overstijgen zonder uitzondering de gemeentelijke maat en toch wordt op dit moment de ontwikkeling van Amsterdam nog in hoge mate ‘gemeentelijk’ gestuurd. Dat is zorgwekkend. Het staat de ontwikkeling van de regio in de weg, maar ook het succes van de maatschappelijke output daarvan. Een zo gewenste output van dit stadsbestuur dat pleit voor solidariteit en diversiteit.
Voor participatie heb je vertrouwen in elkaar nodig; wij stimuleren dit al jaren. Geen top-down beslissingen zonder dat eerst de partners adequaat worden geïnformeerd. Dat geldt ook voor de eliminatie van I amsterdam, dat regiogemeenten als Haarlem, Zandvoort, Zaanstad, Almere en Alkmaar al jaren tegen betaling van tienduizenden euro’s als symbool aan hun stad verbinden. Het doel daarvan is dat elke partner participeert in en profiteert van initiatieven, zoals spreiding van toerisme, aantrekken van bedrijven uit het buitenland of het verbeteren van de mobiliteit in de regio.
Amsterdam heeft een coalitie nodig die een visie en aanpak ontwikkelt die in samenspraak is met regiogemeenten, publieke organisaties en het bedrijfsleven uit de metropool. Geen stadsbestuur met een sterk individualistische signatuur die ongefundeerd zendt en niet samenwerkt. Als dat op termijn niet verandert dan passen de letters I amsterdam uiteindelijk maar op één locatie; het dak van de Stopera, in het bijzonder aan de kant van de raadzaal.
Kees Noorman
ORAM – Ondernemend Amsterdam